Ik schrijf al lang. Al heel lang. Ik herinner me dat ik echt begon met schrijven van verhalen, zoals ik dat nu doe, op mijn dertiende.

Op zo’n computer werkte ik aan dit literaire pareltje

En vandaag is de gênante dag aangebroken dat ik een stuk uit een van mijn eerste verhalen zal delen, zodat we er met z’n allen eens lekker om kunnen lachen.

Want het is slecht.

Vroeger zat ik veel op het Ellegirl forum, waar ik dit verhaal ook postte. Ik had vele trouwe volgers en dat was fijn, het was leuk om te zien hoe mensen enthousiast werden over mijn werk en hoe ik daar ware fans kreeg.

De titel was, ahum:  ‘Walking into the life of the rich and fabulous ~Amy en Charlie~’

Ja, inclusief die tildes. Oh, en mijn gebruikersnaam op dat forum: Cybergirl.

Het waren leuke tijden, die tijden waarin we voor het eerst internet gingen gebruiken en onze levens doorbrachten op fora en MSN. Oh ja, MSN. Good old times.

Goed, hier de allereerste woorden uit het mooie verhaal dat ik schreef in 2005. Ik was veertien hè, jongens. Wees aardig. Maar lachen mag ook, want het is nu eenmaal vrij hilarisch. Alle schuingedrukte roze tekst tussendoor voeg ik ter plekke toe en is commentaar van mijn elf jaar oudere zelf.


‘Ik hou van je, mama.’ Wauw, wat een pakkend begin. 

‘Ik hou ook van jou.’ Haar stem stierf weg bij die laatste woorden. En met haar stem de rest van haar lichaam. Ik hoorde een lange eentonige piep. Want dat zag ik vroeger altijd in dramaseries op tv. De doktoren renden naar binnen en concludeerden dat ze niks meer konden doen. Mijn moeder was dood. Dun dun dun dunnn

‘Kom lieverd, we moeten hier even weg.’ Geen idee waarom, ik heb nu al een afkeer van die beste vriendin. Mijn moeder is dood. Dat was het enige waar ik aan kon denken. Ik liep met Anna, mijn beste vriendin, mee naar de gang. Haar moeder was er ook en ze gaf me een knuffel. Ze zei dat ik wel een tijdje bij hun mocht logeren. Mijn moeder was dood. Dit alles is vijf dagen geleden gebeurd. Uh. Hak. Tak. Oké dan. Hier komt de dramatrein – aaaaaand it’s gone. Vandaag is de begrafenis. Ik zie een paar mensen in de zaal zitten die ik niet ken. Er zit een man die me bekend voorkomt maar ik weet niet waarvan. Oeh, mysterieus! Hij ziet dat ik naar hem staar en hij staart terug. Lekker staren. Ik loop naar de verhoging en ga voor de microfoon staan om mijn voorbereidde speech te houden. Hij is kort De man, de speech…  en meer geschreven Ah, de speech omdat iedereen volgens mij verwacht dat ik hen toespreek, maar het liefst had ik hier niet gestaan. Het is allemaal nog te gevoelig. Volwassen woorden zeg. Als ik voor de microfoon sta, is iedereen stil en even ben ik daardoor overdonderd, maar na een kort kuchje begin ik.

‘Dank u allen voor uw aanwezigheid. Mijn moeder was zo te zien zeer geliefd en dat is logisch. Ze was een warme en vriendelijke vrouw en ik hield zielsveel van haar.’ Ik slik mijn tranen even weg en ga verder.

‘Ze stond altijd voor me klaar en ook voor anderen. Ze hielp mensen, ook als er niet om hulp gevraagd werd.’ Ik werp een korte blik op haar, op de kist waar ze in ligt en de tranen springen in mijn ogen. Ik kan me niet meer goed houden en lees snikkend de volgende regel van mijn papiertje.

‘Haar lach maakte mijn dag goed. Als ik verdrietig was kon ze mij altijd opvrolijken,’ huil ik. Anna komt naar me toe en legt haar arm om me heen.

‘Ik houd van je mama,’ zeg ik terwijl ik me naar de kist draai.

‘En ik zal ook altijd van je blijven houden.’

Ik heb blijkbaar altijd al van drama gehouden. Maar tegenwoordig ga ik er iets minder snel doorheen. 

Na de begrafenis hebben mensen de gelegenheid om de nabestaanden te condoleren. Dat is frappant, want zij was de enige nabestaande. Ik kom er al snel achter wie die man is: John Curtis, a.k.a mijn vader. Wait… what? Plottwist! Hij heeft ons in de steek gelaten toen ik anderhalf jaar oud was. Voor hij bij mama kwam had hij een kind met ene Jackie. Dat werkte niet en toen ben ik in een opwelling verwekt. Hij wou (ik wilde hier nog even snel ‘wilde’ van maken, maar dat zou afdoen aan de authenticiteit van dit prachtige proza) niet weglopen voor zijn verantwoordelijkheden dus bleef hij ongeveer een jaar bij ons wonen. Toen werd het hem te veel en ging hij weer bij Jackie en hun zoon Jason wonen. Ok doei. Sindsdien heb ik niks meer van hem gehoord. Maar blijkbaar denkt meneer even langs te kunnen komen op de begrafenis van mijn moeder. Ik wil hem hier niet hebben. Ik zoek hem maar kan hem nergens vinden. Vijf minuten later word er op mijn schouder getikt. Ik kijk in twee bruine ogen. De ogen van John. Zo veel spanningsopbouw!

‘Je vraagt je misschien af waarom ik hier ben. Dit is niet makkelijk voor je, dat snap ik wel, maar volgens de wet heb ik nu volledige voogdij over jou. Dat wil zeggen dat ik verantwoordelijk voor je ben en dat je bij mij komt wonen’. Pas op! De deur valt in huis! Wát een tact. Wat een fantastische manier om die man neer te zetten als een sympathieke kerel. Alles wordt zwart voor mijn ogen en ik voel een bonk. Ik probeer mijn ogen te openen maar het lukt niet. Dramatisch kind. Door mijn wimpers zie ik mensen staan. In de verte hoor ik Anna.

‘Amy zeg eens wat! Hoor je me?’ Ik wil antwoorden maar ik weet niet hoe, dus doe ik het niet. Opeens is ze stom geworden! Letterlijk!!! Ik voel me zwak, lichamelijk en geestelijk. Wie valt er nou flauw nadat iemand je vertelt dat hij je vader is! My thoughts exactly… Mijn hoofd bonst en iedereen om me heen verdwijnt.

Nou. Pareltje, toch? Na deze woorden heb ik er nog zo’n 102.500 geschreven in dit verhaal en het is allemaal net zo kwalitatief hoogstaand als dit begin. Maar ik vind het toch knap van mijn puberende zelf dat ik zo’n lang verhaal heb geschreven én afgemaakt.


Ik las laatst wat verhalen op wattpad (het verhalenplatform van nu) en het valt me op dat jongeren altijd zo kort door de bocht schrijven als ik hier ook deed. Er is nog geen levenservaring om dingen uitgebreid te beschrijven en er is nog geen mensenkennis om de diepte in te gaan.

Ik moet zeggen dat ik het vrij vermakelijk vind mijn oude werk te bekritiseren, dus wellicht volgt er in de toekomst nog wat. Ik heb vrij veel werk van vroeger en dit verhaal alleen heeft al meer dan 100.000 woorden. Inhoud daarentegen, ontbreekt.